Dr. Martien Kooyman:
initiator van De Stam

Op 14 februari 2022, precies 50 jaar nadat Martien Kooyman de Emiliehoeve oprichtte, stopt hij als Voorzitter van de Raad van Toezicht van De Stam. Na zo’n lange periode in de frontlijn van de verslavingszorg belichten we hier zijn bijdrage aan de verslavingszorg en de oprichting van De Stam. Dat doen we aan de hand van kenmerkende rollen van Martien.

Martien als innovator in de verslavingszorg

Al voordat Martien psychiater was werkte hij vanaf 1969 als arts op het spreekuur van het CAD in Den Haag. Daar werd hem verteld dat drugsverslaving niet te genezen was en dat je het beter maar zo kon laten. Hij schreef daar onder meer methadon voor. Toen na een jaar besloten werd urinecontroles in te voeren bleek iedereen andere middelen bij te gebruiken.
In 1970 werd in een theater in Den Haag een toneelstuk opgevoerd door bewoners uit het re-entry programma van Daytop Village, de eerste drugvrije therapeutische gemeenschap in Amerika. Er werd in het toneelstuk ondermeer een encountergroep getoond, een krachtig middel om elkaar met heftige emoties aan te spreken op negatief gedrag. Dit was de eerste keer dat Martien drugverslaafden zag die met succes hun verslavingsgedrag hadden gestopt. Zijn conclusie was: als dat in Amerika kan, moet dat ook in Nederland mogelijk zijn. Dat was voor hem de aanleiding om na het voltooien van zijn opleiding tot psychiater juist in die sector te gaan werken. Dat was niet uit eigenwijsheid, maar omdat hij met eigen ogen had gezien dat verslaving te behandelen was. Martien wist dat er alternatieven waren omdat hij ernaar gezocht had.

Binnen een korte tijd maakte hij verbindingen met vele soorten professionals over de hele wereld die bewezen hadden dat het anders kon. En zoals elke goede innovator luisterde hij, leerde hij en introduceerde hij deze mensen in zijn omgeving. Daarmee was hij de onmiskenbare innovator in de verslavingszorg die Nederland indertijd nodig had. Als enkeling introduceerde hij in 1972 de eerste Drugsvrije Therapeutische Gemeenschap in Nederland, de Emiliehoeve in den Haag. Tegen de stroom in, tegen de gedachte in dat drugsverslaving niet te genezen was.
De oorsprong van dit model ligt in de USA en is gebaseerd op de zelf-help filosofie. Martien voelde feilloos aan dat het maar de vraag was of de professional (in zijn eentje) effectief genoeg was, en dat juist ex-cliënten, als ervaringsdeskundige, de doorslaggevende factor naar succes van de formule zijn. De gespreksgroepen werden vervangen door encountergroepen (ontmoetings-groepen) waarin de bewoners leerden hun emoties te uiten die zij hadden opgekropt bij de dagelijkse werkzaamheden waarvoor zij verantwoordelijk waren.
Zijn werk kan dus ook gezien worden als de emancipatie van de ervaringsdeskundige. Ook dat was indertijd een nieuw principe in de verslavingszorg. Nieuw was ook dat Martien de ouders van de bewoners, zoals de cliënten werden genoemd, bij de behandeling betrok door hen uit te nodigen om eenmaal per veertien dagen deel te nemen aan oudergroepen.

Martien als organisatiebouwer

Martien begreep als geen ander dat het bouwen van een Therapeutische Gemeenschap (TG) een zware klus was. Immers, dat is een onderdeel van een grotere keten, zoals introductie-, re-entry-, voorlichtings-, ouders- en opleidingsprogramma’s. Die visie zat in zijn hoofd en heeft hij als organisatiebouwer systematisch uitgewerkt, te beginnen met de Emiliehoeve. Het is zijn verdienste geweest dat hij als psychiater in een klimaat dat daar toen niet om vroeg ,toch in staat was zo’n organisatie op en uit te bouwen.

Drie zaken begreep hij feilloos: ketendenken, verspreiding van het model en opleiden. Allereerst het ketendenken vanuit één regie: een totale keten van voorzieningen die feilloos op elkaar afgestemd moet zijn. Zo konden cliënten precies die behandeling krijgen die passend was, met uitzicht op totaal herstel. Zo konden ook stafleden ervaring opdoen in het werken met cliënten. En tenslotte was er een aanbod aan collega instellingen om hun cliënten aan te bieden in verschillende fasen.
Voor het bestaansrecht van dit model achtte hij het belangrijk dat er meerdere organisatie in Nederland en België moesten komen die dit model, of varianten daarvan, zouden toepassen. Dat zou allereerst bekendheid geven, maar ook gegevens over de behandeling die vergeleken konden worden, stageplaatsen voor stafleden en ex-cliënten, en het gevoel van een community. De Emiliehoeve stond niet alleen in Nederland model voor op te zetten behandelprogramma’s. Oprichters van TG’s in België, Italië, Noorwegen en Griekenland bezochten de Emiliehoeve en stuurden stafleden naar TG’s in Nederland om een maand als bewoner mee te draaien. Dat werd gezien als de beste leerschool voor nieuwe personeelsleden. Voor wat betreft het opleiden stond bij Martien altijd centraal het vertrouwen dat hij stelde en gaf aan degene die het vak moest leren. Iedereen kreeg kansen, iedereen kreeg uitdagingen. Het criterium was eenvoudig: ‘met ons word je een deel van de oplossing’.

In 1980 organiseerde Martien de vijfde Wereldconference of Therapeutic Communities in Noordwijkerhout. Er waren ruim vijfhonderd deelnemers uit alle continenten. Hij was medeoprichter van de European Federation of Therapeutic communities (EFTC) en de overkoepelende Word Federation of Therapeutic Communities (WFTC) Later in 2006 organiseerde hij de conferentie van de EFTC in Den Haag, met deelnemers uit 46 landen.

Na tien jaar onvermoeibaar werken stond alles er en vond Martien zijn het tijd was om als organisatiebouwer voldaan om te vertrekken naar De Jellinek waar hij Directeur Behandeling werd.

Martien als wetenschapper

Martien wilde niet enkel bewijzen van het succes van de Emiliehoeve in de praktijk zien, maar dat ook wetenschappelijk gefundeerd hebben. Hij combineerde zijn universitair docentschap bij het Instituut voor Preventieve en Sociale Psychiatrie van de Erasmus Universiteit met een promotieonderzoek naar succes factoren van het programma op de Emiliehoeve. Hij kon aantonen dat het Emiliehoeve programma leidde tot duurzame resultaten van genezing. Ook vond hij bewijzen dat er een verband bestaat tussen de verblijftijd in het programma en de kans op succes. Daarmee vestigde hij ook zijn internationale reputatie als onderzoeker. Een ander interessant resultaat was dat cliënten langer in het programma bleven (en dus de kans op succes toenam) als ouders betrokken zijn bij de behandeling. Interessant, omdat dat ook nog een controversieel thema was in de verslavingszorg. De handelsuitgave van zijn proefschrift: The Therapeutic Community for Addicts werd vertaald in het Spaans, Pools, en Tsjechisch en gedeeltelijk in het Italiaans en Russisch.

Martien heeft veel van zijn onderzoek gepubliceerd in internationale tijdschriften of in lezingen op internationale congressen. Op die manier heeft hij een groot internationaal wetenschappelijk netwerk opgebouwd en in redacties van tijdschriften gezeten. Hij was medeoprichter van EWODOR, de Europese werkgroep van onderzoekers op het gebied van drugvrije behandeling van drugsverslaafden, die jaarlijks bijeenkomst telkens in een universiteit met sterke banden met een therapeutische gemeenschap.

Martien als behandelaar

Martien is ook altijd het metier als individueel behandelaar trouw gebleven. Al lang geleden zag hij de waarde van de bondingtherapie van de psychiater Dan Casriel mede-oprichter van Daytop Village. Hij bekwaamde zich erin en startte zijn eigen behandelingspraktijk. Daarnaast introduceerde hij Bondingtherapie in Nederland, een effectieve therapie voor hechtingsstoornissen en het emotionele verwerken van trauma’s. De bondinggroepen zijn een belangrijk onderdeel geworden in het programma van De Stam. Zo bouwde hij uitvoerig aan een netwerk van opleiders, therapeuten en publicaties. Hij is onder meer oprichter van de International Society for Bonding Psychotherapy. In 2015-2017 was hij member of the UNODC /WHO Expert Committee on Building International Standards for the Treatment of Drug Use Disorders. We zien hier weer de innovator en de organisatiebouwer terug.

Martien als onvermoeibare doorzetter: De Stam

In de bezuinigingsronde in de GGZ was weinig oog voor de goede resultaten van de Emiliehoeve. Het credo werd: hoe korter hoe beter, hoe simpeler hoe beter. Daarmee werden alle fundamenten onder het TG-model weggetrokken. Dat leidde tot het einde van het Emiliehoeve TG-model. Wat er nog van over was, was de Vriendenvereniging van Emiliehoeve waarvan Martien de voorzitter is. Op hun initiatief is in december 2015 de Stichting De Stam gestart.

De gedachte was eenvoudig: neem de succesvolle elementen van de Emiliehoeve en bouw daar weer een programma van. De kern is gebaseerd op de succesfactoren van de Emiliehoeve in de praktijk en de wetenschappelijk onderbouwing daarvan.

De Stam is geen kliniek. De bewoners hebben een kamer. Uit hun uitkering betalen zij de huur. Het is een programma met woonbegeleiding en ambulante behandeling, dat lang genoeg duurt om voor langdurig verslaafden succesvol te zijn. Zo werd Martien Voorzitter van de Raad van Toezicht, en omdat er in de beginjaren geen psychiater was ook behandelaar.

Dat is de situatie van vandaag. De Stam is levend en toont binnen een moeilijk bestel tegen de wind in, steeds aan dat het kan. Dat is de onmiskenbare en onuitwisbare verdienste van zijn unieke grondlegger Martien Kooyman, de innovator, de organisatiebouwer, de wetenschapper en de behandelaar. Maar vooral de onvermoeibare doorzetter 50 jaar lang …